Ambachtelijke
Boekbinderij
Maastricht
Driegen
Bij driegen maken we van losse vellen papier een genaaid boek.
Als een boek niet uit katernen bestaat maar uit losse vellen papier, kunnen we de vellen toch aan elkaar naaien. Deze methode noemen we "driegen". Hierbij moet de witmarge aan de rugzijde minimaal 7 mm zijn.
Het is een methode van overhands naaien en arbeidsintensiever dan lumbecken - het aan elkaar verlijmen van de pagina's.
We plaatsen de vellen papier in een pers en strijken op de rugzijde een dun laagje boekbinderslijm. Na het drogen boren we ca. twee mm van de rug van het papier om de twee cm een gaatje van 1,5 mm.
Dan maken we katernen door met het boekbindersmes de katernen van de stapel los de snijden. Bij 90 grams papier maken we katernen van 8 pagina's. Het naaien kan beginnen.
Laatste foto: Stichting Handboekbinden
Na het naaien strijken we de rug van het boek in met boekbinderslijm. Aan de voor- en achterzijde bevestigen we de schutvellen. Vervolgens snijden we een stuk gaas breed genoeg om de rug te bedekken en een deel (1 a 2 cm) op het eerste en laatste vel papier met ca. een centimeter. Dus de breedte van het gaas is de breedte van de rug plus ca. 4 cm. De hoogte van het gaas is de hoogte van het boek min twee maal de hoogte van de kapitaalbandjes. Het gaas wordt goed aangestreken en we laten het goed drogen. Daarna gaan we ons bezig houden met de omslag/de kaft van het boek.